De inclusiewaarden

In een inclusief onderwijstraject houden leerondersteuners vier belangrijke waarden voortdurend in gedachten. Deze waarden vormen samen een kompas voor iedereen die betrokken is bij het leren en leven van kinderen en jongeren. Ze helpen ons om kleine en grote keuzes bewust te maken en te streven naar een school waar ieder kind kan groeien in verbondenheid, talentontwikkeling, wederkerigheid en zelfstandigheid.

Hieronder stellen we de vier inclusiewaarden voor:

Erbij horen - ik hoor erbij

Inclusie begint bij het gevoel dat je volwaardig deel uitmaakt van een groep, gewoon zoals je bent. Niet als uitzondering of bij uitzondering, maar als iemand die erbij hoort, die meetelt, en die wordt erkend in zijn of haar authenticiteit.

Talenten tonen - ik kan het

Inclusie betekent ook dat ieder kind de kans krijgt om zijn of haar vaardigheden en talenten te tonen, ongeacht niveau of tempo. Als die talenten gezien én benoemd worden, groeit het zelfvertrouwen.

Wederkerigheid - ik doe iets voor jou

Een inclusieve klas is niet enkel een plek waar je geholpen wordt, maar ook een plek waar je van betekenis mag zijn voor anderen. Ieder kind heeft iets te bieden. We zoeken naar manieren waarop ook leerlingen met ondersteuningsnoden kunnen bijdragen.

Ondersteuning om te participeren - ik kan het zelf en mag steunen op anderen

Inclusie betekent ook dat leerlingen zélf keuzes kunnen maken over hoe ze ondersteund worden. Het is geen kwestie van alles zelf doen, maar van zelfstandig worden in verbinding met anderen.

 

De vier waarden in verbinding

Deze vier waarden – erbij horen, kunnen tonen, wederkerigheid en participatie – zijn met elkaar verbonden. Bij spanningen of moeilijkheden kan het helpend zijn om te onderzoeken: welke waarde komt hier te weinig aan bod? Soms is een kleine aanpassing genoeg om een kind opnieuw tot bloei te laten komen.

Door bewust in te zetten op deze waarden bouwen we stap voor stap aan krachtig inclusief onderwijs, waar elk kind zich gezien, gehoord én gewaardeerd voelt.

Voorbeeld uit ons eigen werkveld

Wat begon als een individuele ondersteuning voor een tweeling met een meervoudige beperking, groeide uit tot een waardevolle ervaring voor de hele klas. We richtten aanvankelijk een snoezeltent in als rust- en belevingsplek specifiek voor deze kinderen. Al snel merkten we dat ook andere kleuters baat hadden bij deze plek. De juf omarmde het initiatief en begon mee te snoezelen met haar leerlingen.

Gesterkt door deze ervaring schreef ze er een warm artikel over in het Atmosje, de nieuwsbrief van de school. Op eigen initiatief en helemaal zelfstandig. Een mooi voorbeeld van hoe inclusieve praktijken niet alleen kinderen raken, maar ook leerkrachten inspireren tot gedeeld eigenaarschap en groei.

Na het gezamenlijke leesmoment krijgt ook Laura de kans om haar boekje voor te stellen aan de klas. Het boek is zorgvuldig afgestemd op haar leesniveau, waardoor ze zich zeker voelt en trots haar verhaal deelt. Haar bijdrage wordt met evenveel aandacht en waardering onthaald als die van haar klasgenoten. Zo ervaart Laura: “Ik hoor erbij én ik kan het, op mijn manier.”

In de kookles krijgt Thijs eenvoudige maar betekenisvolle taken, zoals het afsluiten van potjes of het rollen van gehaktballetjes. De leerkracht benoemt het belang van deze stappen. Zo ervaart Thijs dat hij competent is en bijdraagt aan het groepsproces.